Zen (‘Dhyana’ in het Sanskriet) gaat terug op de ervaring van Shakyamuni Boeddha, die in de vijfde eeuw voor onze jaartelling in de houding van zazen ontwaakte. Deze ervaring werd zonder onderbreking overgedragen van meester op leerling, waardoor de zen-lijn is ontstaan.
In het Westen kregen het culturele en folkloristische aspect van zen bekendheid aan het begin van de twintigste eeuw door o.a. de vechtsporten, de theeceremonie, de kunst van het bloemschikken en de beroemde Japanse tuinen. Maar hoewel de diepte van de filosofie van zen en de zuiverheid van haar esthetiek veel kunstenaars, schrijvers en filosofen hebben geïnspireerd, is er nooit een beoefening van de ware zen ontstaan. Het zijn slechts de vruchten van een zaadje dat een aantal eeuwen geleden werd geplant in de aarde van Japan.
Maar wat is het zaad? Wat is de creatieve bron van al deze vruchten?
Zazen is het geheim van zen
Het geheim van zen is het beoefenen van zazen. Zen bestaat niet zonder de persoonlijke ervaring van de beoefening van zazen. Het Japanse woord zazen betekent ‘zitmeditatie’.
Zazen legt de nadruk op drie punten:
- de zithouding
- de ademhaling
- de geesteshouding
De zithouding
Je zit in het midden van de zafu (rond kussen), met de benen gekruist in lotus- of halve lotushouding. Wie dat moeilijk vindt en gewoon met gekruiste benen zit, dient er op te letten dat de knieën op de grond drukken. Het bekken wordt op de hoogte van de vijfde lendenwervel naar voren gekanteld. Met de rug gestrekt, de kin ingetrokken, de nek lang, de neus en de navel op één verticale lijn, duw je de knieën op de aarde en de kruin van je schedel tegen de hemel. Plaats de linkerhand op de rechterhand, de handpalmen naar boven. De duimen raken elkaar en vormen een horizontale lijn. De handen rusten op de voeten, de rand van de handen is in contact met de buik. De schouders zijn ontspannen. Het puntje van de tong raakt het gehemelte. De blik is op ongeveer een meter afstand op de grond gericht, maar zonder echt naar iets te kijken.
De ademhaling
De zen-ademhaling is vergelijkbaar met geen ander en wordt in het oude Sanskriet ‘Anapanasati’ genoemd. Zij doet zich alleen voor bij een correcte zithouding. Het ritme van de ademhaling is langzaam, krachtig en natuurlijk, en gebaseerd op een zachte, lange en diepe uitademing. De lucht verlaat langzaam en geruisloos de neus terwijl de stuwkracht van de uitademing krachtig naar de buik gaat. Aan het einde van de uitademing komt de inademing van zelf. De meesters vergelijken de zen-ademhaling met het loeien van een koe of de uitademing van een baby die direct na zijn geboorte begint te huilen.
De geesteshouding
Wanneer we in zazen zitten, laten we de beelden, gedachten en mentale constructies die oprijzen uit het onbewuste, voorbijtrekken als wolken aan de hemel – zonder ons ertegen te verzetten of ons eraan vast te klampen. Net als reflecties in een spiegel, stijgen de beelden keer op keer op uit het onderbewuste en verdwijnen. Zo kom je aan bij een diepere laag zonder gedachten die uitstijgt boven alle gedachten: Hishiryo, ware zuiverheid.
Deze geesteshouding is het natuurlijke resultaat van een diepe concentratie op de houding en de ademhaling. Zij zorgt voor een betere doorbloeding van onze hersenen en een controle van onze mentale activiteit. Tijdens zazen komt de cortex (de zetel van het bewuste denken) tot rust. Het bloed snelt naar de diepere lagen van onze hersenen, waardoor deze beter verzorgd en wakker gemaakt worden. Hun activiteit geeft een gevoel van welbevinden, sereniteit en rust, en triggert bij volle waakzaamheid de hersengolven ‘alpha’ en ‘theta’ van de diepe slaap.
‘Zazen is eenvoudig, en toch heel moeilijk te begrijpen. Het is een kwestie van doen en herhalen – net als het leven. Wanneer je gewoon zit zonder doel noch winstbejag, wanneer je houding, je ademhaling en je geesteshouding in harmonie zijn, dan begrijp je de ware Zen, dan bezit je de boeddha-natuur.’
Meester Taisen Deshimaru